Leidraad bij het vaststellen van de bodemcondities
Bron ook beschikbaar in:
Alle hoogwerkers vertrouwen voor hun stabiliteit op de gesteldheid van de ondergrond waarop zij zich bevinden. Dit geldt zowel voor machines die alleen kunnen werken met het gebruik van afstempeling als ook voor machines die vrij op hun banden kunnen werken. Een slechte ondergrond zal gaan verzakken al naar gelang de druk die er door de stempelpoten of banden op wordt uitgeoefend en dit heeft tot gevolg dat de hoogwerker niet meer horizontaal staat en onstabiel zal worden. Het is dan ook noodzakelijk om een beoordeling van de bodemcondities te maken alvorens met een hoogwerker te gaan rijden, in werkopstelling te brengen of er mee te gaan werken, op welke ondergrond dan ook.
De bodemconditie wordt vaak uitsluitend beoordeeld voor hoogwerkers die voor de ingebruikname eerst de steunpoten of hydraulische stempels uit moeten zetten. Beoordeling van de bodemconditie is echter net zo belangrijk bij het gebruik van zelfrijdende hoogwerkers, zoals telescoop- kniktelescoop en schaarhoogwerkers die zich met geheven platform over de grond kunnen bewegen. Het verplaatsen van een hoogwerker vanaf een stevige ondergrond naar een zachte ondergrond kan tot gevolg hebben dat de machine niet meer horizontaal staat en kan kantelen.
De bodemcondities dienen ook in acht te worden genomen wanneer hoogwerkers vanuit transportstand worden verplaatst omdat een zachte ondergrond tot gevolg kan hebben dat de machine vast komt te zitten in de modder met alle gevolgen van dien zoals reparatiekosten, vertraging van de werkzaamheden en productieverlies.
Tijdens gebruik is het belangrijk dat de bediener de scheefstand beveiligingen die zich op de hoogwerker bevinden goed in de gaten houdt. Als de scheefstandbeveiligingen en/of waterpassen aangeven dat de machine zich niet meer binnen veilige marges bevindt dan dient de bediener de machine terug te brengen naar een veilige horizontaal stand. Als er een vermoeden bestaat dat de stempelpoten zouden kunnen verzakken dan dient er regelmatige controle plaats te vinden op de horizontaal stelling en de afstelling van de stempelpoten en de onderleg platen of rijplaten, rijmatten, e.d.