Bij welke windsnelheid werkt een machine?
Alle MEWP's (behalve die machines die speciaal zijn ontworpen voor gebruiken binnen) zijn ontworpen om te functioneren bij windsnelheden tot een maximum dat op de machine aangegeven moet zijn. Werken bij windsnelheden boven dit maximum kan leiden tot instabiliteit.
De algemeen geaccepteerde windsnelheid en het maximum waarin een operator goed kan werken is 12,5 m/s.
De windsnelheid kan met een hand-anemometer gemeten worden vanaf het platform, maar het is gebruikelijk om de windsnelheid te schatten aan de hand van de Beaufort windkrachtschaal (zie hieronder)
Het is erg belangrijk om te realiseren dat windsnelheden groeien naar mate u hoger staat en dat ze 50% hoger kunnen zijn op een hoogte van 20 meter boven de grond.
Verkillingsfactor. Op een rustige dag is 10 graden Celsius koel, maar niet onaangenaam. Maar met een wind van 12,5 m/s is de gevoelstemperatuur op het gezicht en de handen 0 graden Celsius en als de temperatuur rond het vriespunt ligt voelt dit aan als -15 graden Celsius. Daarom is het erg belangrijk warme kleren te dragen, hoewel het relatief warm kan zijn op de grond voor aanvang van de werkzaamheden.
U dient op te letten met bekledingsmateriaal voor gebouwen, bladmateriaal, panelen en andere materialen die als 'zeil' kunnen werken en de stabiliteit van een MEWP ernstig kunnen aantasten, vooral tijdens windstoten. Om dezelfde reden mogen signaleringsborden en overeenkomstige borden niet aan het platform bevestigd worden, zelfs niet tijdelijk.
U dient rekening te houden met beschermende en trechtereffecten van hoge gebouwen, die kunnen resulteren in hoge windsnelheden op dagen waarop de windsnelheid in open gebieden laag is.
Andere bronnen van lokale hoge windsnelheden waar u rekening mee dient te houden zijn slipstreams van vliegtuigen op vliegvelden en hoge voertuigen op de weg.